CRvB zet streep door ontslag vanwege lidmaatschap Satudarah

bron: rechtspraak.nl

Utrecht, 29 september 2016

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 29 september 2016 beslist dat de Minister van Veiligheid en Justitie (minister) het ongeschiktheidsontslag van een ambtenaar niet zorgvuldig heeft voorbereid. De minister heeft de ambtenaar ontslagen omdat hij vindt dat het lidmaatschap van een chapter van de motorclub Satudarah onverenigbaar is met de functie als sociotherapeut in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De Centrale Raad van Beroep onderschrijft dat het lidmaatschap reden geeft tot zorg, maar is van oordeel dat die zorg niet direct mag leiden tot ontslag. Daarvoor is een zorgvuldige afweging vereist aan de hand van de specifieke omstandigheden van het geval. Die afweging ontbreekt.

 

 
De ambtenaar is sinds 2002 lid van een chapter van Satudarah. De minister vindt dat je als ambtenaar bij Veiligheid en Justitie geen lid kan zijn van zo'n chapter. De minister heeft aansluiting gezocht bij de Circulaire Ongewenste Privécontacten. In die Circulaire staat dat van een ambtenaar al snel kan worden verlangd het lidmaatschap van een zogenoemde ‘1%-motorclub’, waarvan bekend is dat de individuele leden structureel crimineel of normoverschrijdend gedrag vertonen, te beëindigen.

Het standpunt van de minister staat volgens de Centrale Raad van Beroep op gespannen voet met de uitganspunten van de Circulaire. Daarin staat voorop dat een zorgvuldige afweging moet plaatsvinden op basis van de specifieke omstandigheden van het geval. Binnen die afweging mag het recht op respect voor het privéleven van de ambtenaar en zijn recht op vreedzame vereniging en vergadering niet uit het oog worden verloren. Ook moet er een verband zijn met de functie die de ambtenaar vervult. Aspecten die de minister gelet hierop had moeten meewegen zijn, naast de aard van de functie, het langdurig dienstverband van de ambtenaar en het feit dat het lidmaatschap van Satudarah kennelijk nooit tot problemen bij de functievervulling heeft geleid. Ook heeft de minister nagelaten te onderzoeken of betrokkene in een andere functie zou kunnen worden geplaatst en beschikte de minister over weinig informatie met betrekking tot het chapter waarvan de ambtenaar lid was.

De minister moet nu een nieuwe beslissing nemen met inachtneming van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.